De polder Schiebroek bestaat dit jaar 250 jaar. Ter herinnering daaraan is 50 jaar geleden een monument geplaatst op de kruising van de Wilgenlei met de Meidoornsingel. Omdat het inmiddels echt toe was aan een opknapbeurt, hebben de Vereniging Stedebouwkundig Wijkbehoud en de bewonersvereniging Leven in Schiebroek het initiatief genomen om het monument met subsidie van de gemeente te laten restaureren. Op 30 september jl. hebben we dit gerestaureerde monument, samen met de buurtbewoners, onthuld.
Als we in gedachten 1000 jaar terug gaan in de tijd, was Schiebroek een uitgestrekt gebied van veenmoeras, zonder bewoning. Alleen de kreekrug van zand en klei, wat we nu de Schiebroekse Kleiweg noemen, slingerde als een begaanbaar lint er doorheen. De naam Schiebroek betekent dan ook letterlijk laag, moerassig gebied langs de Schie. Pas rond 1300 kwamen hier de eerste bewoners, Het veengebied werd in cultuur gebracht door er slootjes te graven om het water af te voeren. In de 17e en 18e eeuw is het veen afgegraven om turf te winnen. Een brandstof die destijds veel geld opleverde. Eerst nog alleen het droge deel, maar met de uitvinding van de baggerbeugel kon er ook onder de waterlijn turf gewonnen worden. Zo ontstonden hier en in heel westelijk Nederland grote waterplassen. Risico bestond dat bij harde westenwind, door afkalving het land verder zou verdwijnen.
Toen het turf op was, ontstond het plan om de plassen droog te malen. In 1772 kwam er vergunning voor de inpoldering van Schiebroek. In 1773 is men daadwerkelijk begonnen door de aanleg van een ringvaart om het gebied. De huidige Ringdijk is daar nog steeds een onderdeel van. Met een molendriegang langs de Molensloot, de huidige Wilgenlei, kon trapsgewijs het water uit de polder worden gepompt. De aanvoerende watergangen (tochten) loodrecht op de Molensloot, zijn nu nog herkenbaar als de singels: Lindensingel, Kastanjesingel en Meidoornsingel.
Het duurde nog tot ongeveer 1780 voor het werk echt klaar was. Eén molen stond op de kruising van de huidige Wilgenlei met de Kastanjesingel, één op de kruising met de huidige Meidoornsingel, waar ook het monument staat en de laatste op de Ringdijk bij de Bergse Achterplas. Het water werd door de Prinsenmolen en de molen De Uil, waar nu het Berg en Broeksche Verlaat is, uitgeslagen op de Rotte en zo verder via de Nieuwe Maas naar zee afgevoerd. De molen De Uil werd later vervangen door een stoomgemaal en nog later door een elektrisch gemaal.
De molens van de molendriegang zijn in 1914 afgebroken en vervangen door het elektrische gemaal aan het eind van de Wilgenlei bij de Bergse Achterplas. Dit gemaal heeft inmiddels geen hoofdfunctie meer omdat het water nu, normaal gesproken, afgevoerd wordt via een duiker onder de Ankie Verbeek Ohrlaan naar het gemaal aan de Bergweg-zuid. Vandaar gaat het naar het gemaal Lansingerland, waar het water op de Rotte uitgeslagen wordt. Op deze manier wordt voorkomen, dat water van relatief slechte kwaliteit uit de polder Schiebroek in de Bergse Plassen terecht komt.
Goed dat het monument er weer in volle glorie bij staat en we het mooie gedichtje weer goed kunnen lezen:
eerst een moeras
daarna een plas
toen land voor ‘t vee
en nu burgerstee.
Agnes van Zoelen (voorzitter Vereniging Stedebouwkundig Wijkbehoud)